Feiten of Fabels
Boerenverstand en specifieke kennis
In menige discussie over de voors en tegens van windenergie wordt gebruik gemaakt van allerlei argumenten die vaak als feiten worden geponeerd. Maar hoe onderscheid je de feiten van de fabels? Soms door gewoon je boerenverstand te gebruiken maar vaak is toch specifieke kennis noodzakelijk. En als je die kennis niet hebt hoe vorm je dan een mening? In ieder geval niet door klakkeloos alles te geloven wat er over windenergie op het Internet wordt geschreven. Zowel door voor als tegenstanders wordt niet altijd even genuanceerd informatie verstrekt. Op deze website proberen we wel genuanceerd te zijn. Hieronder de “feiten” zoals door NWEA op veel gestelde vragen wordt gegeven aangevuld met enige nuance of toelichting (in het groen).
Waarom windenergie?
De beschikbaarheid van elektriciteit vinden we vanzelfsprekend, maar we staan er nauwelijks bij stil dat fossiele energiebronnen als aardgas, olie en steenkool opraken. Het opraken is niet zo relevant meer in de discussie over het waarom wel of geen windenergie. Er is immers al aangetoond dat er nog grote reserves zijn en ook schaliegas is in opkomst. Door de opkomende economieën neemt echter de vraag toe en de verwachting is dan ook dat fossiele energie duurder zal worden. Het volgende argument is echter vele belangrijker.
Het gebruik van fossiele energiebronnen heeft nadelige effecten op het leefmilieu: denk aan klimaatverandering, luchtverontreiniging, zure regen, fijnstof en olierampen. Windenergie heeft deze nadelen niet. De brandstoffen voor onze energievoorziening komen voor een groot deel uit politiek instabiele regio’s. Dat geldt niet voor windenergie. Windenergie maakt ons minder afhankelijk van politieke conflicten elders.
Windenergie, bewezen en betrouwbaar
Windenergie is een bewezen en betrouwbare techniek. Windenergie levert nu al 4,5 procent van onze elektriciteit en dat kan in de toekomst tot 50 procent groeien. We zijn op de goede weg. Eind 2009 stonden er in Nederland ongeveer 2.000 windturbines met een gezamenlijk vermogen van 2.221 MW. Deze leveren gemiddeld 5,2 miljard kWh per jaar. Dat is net zoveel als het verbruik van ruim 1,5 miljoen huishoudens: meer dan alle huishoudens van Rotterdam en Amsterdam samen, oftewel twintig procent van alle Nederlandse huishoudens (bron: WSH en CBS). Belangrijk is om te realiseren dat het hier gaat over elektriciteit. Als het totaal aan energie dat wij gebruiken in Nederland wordt vergeleken met de hoeveelheid windenergie dan is de bijdrage van windenergie minder dan 1 procent. Wij gebruiken immers ook gas om te verwarmen en benzine/diesel om te rijden. Willen we minder afhankelijk van fossiele brandstoffen worden dan zullen we meer moeten investeren in energie uit duurzame bronnen. Want ook voor de verwarming van onze woningen zijn goede elektrische alternatieven (bv dmv warmtepompen). Ook kunnen we elektrisch gaan rijden.
Grote windmolens, hoge opbrengst
Een moderne windturbine heeft een vermogen van twee tot drie MegaWatt (2.000 tot 3.000 kW) of zelfs meer en heeft een mast van 80 tot 100 meter. Een drie MW windturbine produceert op land ruim 6,5 miljoen kWh, dat is genoeg stroom voor bijna 2.000 huishoudens. De komende jaren worden zelfs windturbines van vijf MW of meer toegepast. De prijs van windstroom is door schaalvergroting en technische verbeteringen sterk gedaald en zal daardoor ook in de toekomst verder afnemen.
Volgens nationale doelstellingen moet in 2015 in Nederland op land 4.000 MW windenergie gerealiseerd zijn (vergund in 2012) en 950 MW extra op zee. In 2020 moet dit verder uitgegroeid zijn naar 6.000 MW op land en 6.000 MW windenergie op zee. Die turbines zijn onder andere nodig om aan Europese doelstelling voor duurzame energie te voldoen. In totaal zullen deze windturbines ruim 30 miljard kWh per jaar opwekken; bijna een derde van ons totale elektriciteitsverbruik (huishoudens, industrie, etc.). Daarna zal windenergie vooral op zee nog verder groeien, tot 20.000 MW in 2050. Windenergie is dan goed voor 40 tot 50 procent van de totale Nederlandse elektriciteitsbehoefte.
In 2009 groeide het vermogen van windenergie in de EU met bijna veertig procent; sneller dan iedere andere vorm van elektriciteitsopwekking. In de EU stond eind 2009 een vermogen van bijna 75.000 MW opgesteld. Wereldwijd was dat 158.000 MW (bron: EWEA).
Windturbines leveren echt meer op dan ze kosten
Uit onderzoeken in onder andere Duitsland blijkt dat een windturbine de energie die nodig is voor de hele levenscyclus (bouwen, plaatsen, onderhoud, afbreken) in drie tot zes maanden terugverdient. Dat is in 2 tot 3 procent van de hele levensloop van de turbine, want een turbine levert 15 tot 20 jaar elektriciteit. In ongeveer diezelfde zes maanden heeft de turbine ook de uitstoot aan onder andere broeikasgas C02, die nodig is tijdens de hele levenscyclus, ‘terugverdiend’. Hebben mensen die beweren dat een windturbine meer kost aan energie dan dat hij oplevert zich wel eens afgevraagd hoe die verhouding is bij een kolen of gascentrale? Om een idee te geven hoeveel energie er eigenlijk wordt geproduceerd, de volgende berekening. Een grote turbine weegt ca. 250.000 kg. Dit is voornamelijk staal. Om staal te smelten is ca. 600kJ/kg nodig. Dus om al het staal voor een grote turbine te smelten is dus ca. 150.000.000 kJ nodig. Dit komt overeen met een elektrisch vermogen van ca. 42.000 kWh. Een windturbine van 3MW produceert per uur 3000 kWh (bij een windkracht 6). Dit betekent dat een 3MW turbine in 14 uur genoeg energie heeft geproduceerd om zichzelf te veranderen in een plas gesmolten staal.
Milieuwinst
Eén windturbine van drie MW in Nederland voorkomt de uitstoot van bijna 4.000 ton CO2. Dit is te vergelijken met de CO2-uitstoot van 1.000 personenauto’s die ieder 25.000 kilometers per jaar rijden (bron: EnergieNed). De hoeveelheid energie die nodig is om een windturbine te fabriceren, te plaatsen, te onderhouden en na twintig jaar te verwijderen (de hele levenscyclus), wordt door een windturbine in drie tot zes maanden uit de wind teruggewonnen (bron: Milieucentraal).
De betrouwbaarheid en voorspelbaarheid van windturbines
Moderne windturbines beginnen stroom op te wekken bij windkracht twee tot drie en leveren vanaf windkracht zes het volle vermogen. De meeste turbines schakelen uit bij extreme weersomstandigheden, bijvoorbeeld als het harder waait dan 25 meter per seconde (windkracht tien). De technische beschikbaarheid van moderne windturbines is zeer hoog, hoger dan 95 procent. Dit betekent dat een windturbine slechts een klein deel van de tijd (twee weken per jaar) niet kan draaien vanwege onderhoud of storing. Natuurlijk levert een windturbine ook geen elektriciteit als het niet waait. Op dat soort momenten moet de stroom worden opgewekt middels fossiele brandstoffen. Als dit gebeurt met snel op te schakelen gasturbines of WKK-installaties zoals veel in het westland is toegepast dan kan er snel ingespeeld worden op het constant vernaderende windaanbod.
Werkgelegenheid en groei
De windenergiebranche groeide de afgelopen tien jaar jaarlijks met 30 procent (Bron: GWEC). In Europa werken ruim 200.000 mensen in de windenergiesector: bij fabrikanten, installatiebedrijven, in het onderhoud en aan de ontwikkeling van nieuwe projecten. Bij de bouw en onderhoud van windparken op zee komt de Nederlandse offshore ervaring goed van pas. Grote bedrijven als Siemens, GDF Suez, Mitsubishi, Total, General Electric en natuurlijk de energiebedrijven investeren veel in windenergie. In Nederland zijn Vestas en Enercon marktleiders voor de levering van windturbines. Doordat Nederland geen eigen windturbine-industrie (meer) heeft zal een groot deel van de werkgelegenheid verbonden aan de bouw en levering van de windturbines in het buitenland worden gerealiseerd. Onderhoud en reparatie van turbines wordt meestal lokaal uitbesteed. In een studie naar de werkgelegenheidseffecten van windenergie door Greanpeace en Ecofys (Werkgelegenheidseffecten door wind en kolen in Eemshaven, Friesland en Groningen) wordt geconcludeerd dat ca 0,4 fte per MW geïnstalleerd vermogen ontstaat.
Eerlijke vergelijking van de kosten en baten van windenergie
Als argument tegen windenerghie wordt vaak de kostprijs genoemd van een kW elektriciteit. Zelfs onze premier heeft op een niet doordacht moment geroepen windmolens draaien alleen maar op subsidie. Een rechtstreekse vergelijking van de huidige marktprijs van energie met de kostprijs van windenergie gaat mank. Want niet alle kosten die te maken hebben met de productie van elektriciteit uit fossiele brandstoffen, worden in de marktprijs doorberekend. Deze ‘onzichtbare’ of externe maatschappelijke kosten van de productie van elektriciteit uit fossiele brandstoffen zijn aanzienlijk. Denk aan luchtverontreiniging, (kern-)afval, klimaatverandering, opwarming van oppervlaktewater, volksgezondheid (problemen door fijnstof), verhogen van dijken ivm de stijging van de zeespiegel, calamiteiten van olieverontreiniging op zee en ongelukken in de mijnbouw bij de winning van kolen. Volgens een omvangrijke Europese studie bedragen deze kosten in Nederland voor kolen 3 á 4 ct per kWh en voor gas 1 á 2 ct per kWh (bron: ExternE, EU). Ervan uitgaande dat deze cijfers kloppen kan geconcludeerd worden dat de prijs van energie uit fossiele brandstoffen eigenlijk hoger is dan wat wij er voor betalen. Die extra prijs betalen wij indirect via allerlei belastingen. Als deze extra kosten bij de marktprijs worden opgeteld dan zien we dat windenergie helemaal niet zoveel duurder is en op veel locaties windenergie zelfs al goedkoper is. Zie ook volgend punt.
De burger betaalt voor verborgen kosten
Deze externe kosten worden op dit moment niet meegerekend in de elektriciteitsprijs. Ze komen dus niet via de elektriciteitsrekening bij de burger, maar uiteraard krijgt de burger de rekening wel op een andere manier gepresenteerd: via belastingen, verzekeringen, kosten voor dijkverzwaring, gezondheidszorg en luchtvervuiling en de gevolgen van olie- en mijnrampen. Windenergie veroorzaakt slechts ca. 0,1 ct per kWh aan externe maatschappelijke kosten. Windenergie is schoon, er is geen uitstoot van CO2 (klimaat) of fijnstof (gezondheid), er wordt geen afval geproduceerd en er is geen koelwater nodig. Windenergie veroorzaakt slechts 0,1 ct per kWh aan externe maatschappelijke kosten. Als de externe maatschappelijke kosten eerlijk zouden worden toegerekend, blijkt dat windenergie op land nu al concurrerend is ten opzichte van elektriciteit uit gas of kolen.
Voordelen toepassing windenergie
De toepassing van windenergie leidt op verschillende manieren tot maatschappelijke en economische baten, zoals prijszekerheid, werkgelegenheid en het voorkomen van een steeds grotere afhankelijkheid van politiek instabiele regio’s. Die afhankelijkheid van olie en gas uit politiek instabiele regio’s zal, ondanks de groei van duurzame energie, de komende jaren stijgen van vijftig naar zeventig procent, als gevolg van de afnemende olie- en gasproductie in Europa. Daarnaast blijkt uit Deense, Duitse en Spaanse studies dat een groter aandeel windenergie leidt tot een lagere marktprijs voor elektriciteit. Elektriciteit uit windenergie wordt namelijk altijd op de elektriciteitsbeurzen aangeboden, ongeacht het prijsniveau van de beurs. Uit deze studies blijkt dat het prijsvoordeel voor burgers al groter is dan het bedrag dat vanuit de belastingopbrengsten aan subsidies wordt betaald.
Prijsdoorbraak kosten windenergie
De kosten voor windstroom zijn de afgelopen decennia elk jaar met vijf procent gedaald. Deze trend zal doorzetten. Daarentegen zal elektriciteit, opgewekt met fossiele brandstoffen of kernenergie, naar ieders verwachting duurder worden. Voor 2020 zullen de kosten van windenergie op land naar verwachting onder of in de buurt van de verwachte marktprijs van elektriciteit komen (bron: ECN). Bij die prijs zijn dan nog niet de vermeden maatschappelijke kosten meegenomen welke gepaard gaan met het verstoken van fossiele brandstoffen.
Windenergie van de Noordzee
In Nederland zijn twee offshore windparken in gebruik, één voor de kust van Egmond en één verder uit de kust ter hoogte van IJmuiden. In Denemarken, Zweden, Ierland en het Verenigd Koninkrijk zijn al diverse offshore windparken operationeel. Innovatie en schaalvergroting zullen tot prijsdalingen leiden. Het bouwen en onderhouden van windparken op zee vraagt om speciale deskundigheid en ervaring, waarover de Nederlandse offshore bedrijven beschikken. Vanuit de offshore olie- en gasindustrie is veel kennis en ervaring beschikbaar. Ervaringen bij bestaande offshore windparken leveren waardevolle informatie op voor nieuwe windparken.
Windparken op zee
Windparken op zee zijn private initiatieven, die per windpark gerealiseerd en gefinancierd worden. De overheid stimuleert en reguleert via vergunningen, belastingfaciliteiten, subsidies en regelgeving. De SDE-regeling (Stimulering Duurzame Elektriciteitsproductie) is bedoeld als compensatie voor de zogeheten onrendabele top van de investeringskosten. Omdat de SDE-bijdrage van de overheid wordt uitbetaald voor daadwerkelijk aan het landelijk net geleverde elektriciteit, kost een windpark de gemeenschap dus alleen geld als het park elektriciteit produceert. De hoogte van de SDE-bijdrage wordt jaarlijks door de Minister van Economische Zaken vastgesteld. Als de marktprijs voor elektriciteit stijgt, gaat de SDE-bijdrage met een zelfde bedrag omlaag.
Genoeg ruimte op het elektriciteitsnet
Het promotieonderzoek van dr. Bart Ummels (TU Delft) toont aan dat windvermogen tot twaalfduizend MW zonder veel problemen op het Nederlandse net kan worden aangesloten. Deze gegevens worden bevestigd door prof. dr. Kling, hoogleraar elektriciteitsvoorziening aan de TU Delft en de TU Eindhoven en destijds werkzaam bij TenneT (de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet).
Inpassing van windenergie op net zonder problemen mogelijk
In Noord-Duitsland, Denemarken en Spanje zijn regio’s waar het aandeel windenergie dertig tot veertig procent bedraagt. Hier treden geen problemen op bij de inpassing van windstroom in het landelijk net. Windturbines worden voortdurend verbeterd, waardoor de netinpassing ook in bijzondere situaties eenvoudiger wordt. Met behulp van moderne regeltechnieken (‘slimme netten’) en een sterk elektriciteitstransportnet, is de inpassing van grote hoeveelheden windenergie zonder problemen mogelijk.
Windenergie vervangt kolen
De overheid heeft ervoor gekozen vooral de meest kosteneffectieve vormen van duurzame elektriciteitsproductie te stimuleren. Dat zijn op dit moment windenergie en biomassa. Een volledig duurzame stroomvoorziening is het einddoel. In die eindsituatie zal het gaan om een mix aan duurzame bronnen, zoals wind, zon, biomassa en aardwarmte. We zijn nu in een overgangssituatie waarin we nog afhankelijk zijn van andere, conventionele vormen van elektriciteitsproductie. Windparken kunnen conventionele centrales nog niet volledig vervangen, maar elke kWh uit wind vervangt een kWh aan elektriciteit uit fossiele en nucleaire bronnen.